zondag 27 juni 2010

Ze vindt 't geluk (9)

Het dorre gras sneed langs haar benen. Rode strepen werden zichtbaar. Het was alsof ze pijn moest lijden op weg naar bevrijding. Sprinkhanen vlogen langs haar heen. Het getsjirp van krekels werd luider. Haar huid werd vochtig door de aanraking met de zon. De rook kwam dichterbij. Ze zag een vrouw bij een open vuur. Boven het vuur hing een ketel. De vrouw glimlachte naar haar met een gebaar van het is goed. Wees welkom, zei ze. Ik heb op je gewacht. Ga zitten. De vrouw vulde een bord met rijst en groenten. Daarna gaf ze het meisje een houten beker. Op de beker zag het meisje de afbeelding van een arend. Het koude water gleed naar binnen en zorgde voor verkoeling van haar lijf. Kent u de oude man in de bergen, vroeg het meisje. De vrouw zweeg. Het meisje wachtte. De vrouw keek haar aan en zei. Kind, mensen kennen vele gedaanten. In ieder van ons schuilt een deel van een ander. Als je kijkt naar anderen, zie je jezelf. De gedaante van een mens is slechts een vorm waarin we verschijnen. Het meisje begreep niet alles wat de vrouw zei. Iets in haar gaf aan dat ze het ooit zou begrijpen. Ze merkte dat ze niet alles meteen wilde begrijpen. Dat een rust in haar was gekomen. Alles kwam op zijn tijd. Ze had geleerd om waar te nemen. Net als de dieren. Te kijken, te voelen en te horen. Denken was minder belangrijk. Ze voelde zich meer een met alles om haar heen. Dit was het moment om haar kracht te laten zien. (wordt vervolgd)

Juan Felix

vrijdag 25 juni 2010

Ze vindt 't geluk (8)

Ze keek om. Een eekhoorn klauterde langs de stam van de boom omhoog. Piepte. En nog een piep. Hij keek in haar richting. Alsof ze een aanwijzing kreeg om hem te volgen. Ze liep naar de boom en zag iets op de grond liggen. Ze knielde bij de stam. Ze tilde blaadjes op die op de grond lagen. In de grond was een kuil gevuld met noten. Het meisje glimlachte. Dit gebaar voelde als de zon die haar hele lichaam omhelsde. Nadat ze de noten gegeten had, liep ze verder. Ze wist nu dat de plek voor het vinden van 't geluk in haar zelf opgesloten zat. Het enige dat ze kon doen was het geluk bevrijden. Al die jaren had ze het met zich meegedragen. Alles wat ze had meegemaakt had een laagje over het geluk heen gelegd. Net zo lang totdat ze er niet meer bij kon. Ze zou laag voor laag verwijderen. Ze wilde de oude man bedanken. Ze begreep dat ze hem geen vraag hoefde te stellen. Dat ze zelf de antwoorden had. Wat ze nodig had was vertrouwen in haar zelf. Zonder dat ze er erg in had was ze de berg afgedaald. Ze kwam bij de brug en stak het water over. In de verte steeg rook op. Even bleef ze staan. Ze aarzelde. Een stem in haar hoofd zei dat ze niet bang hoefde te zijn. Het vertrouwen in haar zelf zou haar kracht geven. Ze besloot de plek met de rook op te zoeken. (wordt vervolgd).

Juan Felix

donderdag 24 juni 2010

Ze vindt 't geluk (7)

Ze stond stil en luisterde naar het stromen van water. De berg leidde het water naar beneden. Ze liep tegen de stroom in. Iets dat ze in haar leven niet deed. Ze herinnerde zich die momenten dat ze ja zei en nee bedoelde. De dwang om te gehoorzamen. Ze merkte dat die dwang steeds minder werd. Het leek wel alsof de berg haar lasten van haar schouders afhaalde. De plek waar ze zich nu bevond haar omarmde zoals ze was. Ze omarmde zichzelf zoals ze was. Ze knielde bij een plas water die zich gevormd had op een helling van de berg. Ze zag de bodem van de plas. Ze opende haar handen en schepte water in haar mond. Het leek alsof de kracht van de berg die in het water zat zich verspreidde in haar hele lichaam. Ze voelde de vorm van haar lichaam. Ze keek in het water en zag het gezicht van de oude man. Even schrok ze. Ze keek om. Nergens een oude man te zien. Ze keek weer in het water waar het gezicht van de oude man opnieuw verscheen. Welkom, zei de man. Dit is de plek waar het geluk jou vindt. Jij was op zoek. En al die tijd was het geluk op zoek naar jou. Was het dicht bij jou. Het meisje vroeg wat de oude man bedoelde. De man ging verder. Bij je geboorte was je een nieuwsgierig kind. Je stond open voor alles om je heen. Je wilde alles ontdekken. Je had geen oordeel over jezelf. Alles was zoals het was. Je omarmde het. Het voelde als leven. Je mocht er zijn met alles wat er was. Je was gewenst als kind. Je voelde dat je betekenis gaf. Dat je belangrijk was voor anderen. Dat ze genoten van wat je deed. Toen je ouder werd, kwam je in contact met grenzen. Je leerde je aan te passen. Je omgeving zei wie je was en hoe je je diende te gedragen. Je was een gehoorzaam kind. Je luisterde. Daardoor raakte je steeds meer af van je eigen pad. Wie je was. Dit is de plek om weer op je eigen pad te komen. Je hebt in je leven een omweg genomen. Dat geeft niets. Nu gaat het verder. Volg je eigen pad. Het meisje wilde de oude man een vraag stellen. Hij was verdwenen. (wordt vervolgd).

Juan Felix.

dinsdag 22 juni 2010

Ze vindt 't geluk (6)

De lucht was gevuld met zwarte streepjes. Toen ze langer keek, zag ze de streepjes fladderen. Vleugeltjes die op en neer gingen om het vogeltje in de lucht te houden. Ze voelde de vrijheid van de vogels die boven haar hoofd cirkelden. Los van alles en in staat om overal heen te gaan. Ze cirkelden boven haar hoofd en bewogen in de richting van de berg. De bomen droegen leerachtige bladeren. In de top hingen vruchten. De bomen groeiden dicht bij elkaar. Stap voor stap zocht ze haar weg. Ze zag een afdruk in de modder. Het leek een teken van de goede richting. De vogels landen in de bomen. Alsof ze wilden aangeven dat hun taak erop zat. Het meisje zocht nieuwe aanwijzingen. Ze stuitte op een steen. Ze stapte op de steen en zag een nieuwe steen. Ze volgde het pad van de stenen en merkte dat de bomen kleiner werden en de top van de berg dichterbij kwam. De koude wind streelde haar huid. Haar maag was leeg en haar lippen droog. Waar was de man met de witte baard? (wordt vervolgd)

Juan Felix

zondag 20 juni 2010

Ze vindt 't geluk (5)

Het meisje veegde haar tranen af. Ze keek op. Ze wilde zijn zoals het meisje dat ze in de spiegel gezien had. Het leek alsof ze de aarde ontsteeg en een werd met het universum. Ze merkte haar eigen glimlach op. Het lichaam ontspande zich. Haar handen voelden koud. De oude man, dacht ze. Die weet raad. Ze stond op en keek om zich heen. Achter haar lag de brug. In het water groeiden planten die ze niet eerder gezien had. De bloemen bevonden zich onder het wateroppervlak. De meeldraden staken net boven het water uit. De blaadjes waren rond met gaatjes. Toen de mist was verdwenen, zag ze in de verte een top van een berg. Ze voelde dat de oude man daar heen gegaan was. Nee, ze wist het zeker. Een onzichtbare kracht nam haar hand. Ze liet zich leiden door de kracht. Op zoek naar de oude man. (wordt vervolgd)

Juan Felix

vrijdag 18 juni 2010

Ze vindt 't geluk (4)

Ze zag een man. Hij had een baard. Ogen half dichtgeknepen. Hij lachte, maar keek haar niet aan. Ze voelde dat hij haar had opgemerkt. Iets in haar stelde haar gerust. Ze ging stap voor stap verder. Haar voet merkte het einde van de brug op. Ze stond in de modder. De man keek op. Hij heette haar welkom en gebaarde om te gaan zitten op een ronde steen. Ze volgde zijn uitnodiging op. Toen ze zat nam de man een spiegel en gaf die aan haar. Ze nam de spiegel die gevat was in een glazen omhulsel. Haar ogen gingen naar het centrum van de spiegel. In de spiegel zag ze zichzelf. Niet zoals ze nu was. Het was het beeld van wie ze echt was. Wie ze altijd had willen zijn. Ze zag een meisje dat aandacht had voor anderen. Mensen om haar heen glimlachten naar haar en vonden het prettig bij haar te zijn. Ze oordeelde niet. Ze liet ze in hun waarde. Ze stelde vragen. Net zolang totdat ze begreep wat de ander bedoelde. Ze kreeg schouderklopjes. Ze werd rustig. Langzaam drong het besef tot haar door wat de essentie van geluk is. De essentie van leven is. Van haar leven. Ze voelde een traan langs haar wang stromen. Ze gaf betekenis aan anderen. Dat was het mooiste geschenk dat ze kon krijgen. Ze keek op. De oude man was verdwenen. (wordt vervolgd)

Juan Felix

donderdag 17 juni 2010

Ze vindt 't geluk (3)

Haar voet stuitte op iets hards. Ze zette haar andere voet vooruit. Stap voor stap ging ze verder. De geluiden om haar heen verstomden. De mist trok langzaam weg. De warmte van de zon werd voelbaar op haar huid. Haar ogen vingen meer licht. De vorm van een brug werd zichtbaar. Een brug die haar leidde naar de overkant. Ze wist niet wat er daar was. Haar gevoel zei dat ze door moest gaan. Het geluk lag daar. Het voelde als een warm bad na een hele dag in de kou te hebben gestaan. Ze wilde niet terug. Vooruit. Dat was wat ze deed. Plots stond ze oog in oog met het geluk. Ze ... (wordt vervolgd)

Juan Felix

dinsdag 15 juni 2010

Leiden en verleiden

In de japanse tuin van diergaarde Blijdorp ontdekte ik de zigzag brug. Een brug die begint met een stuk recht, dan een knik naar links en dan weer een stuk recht. Idee is dat de knik in de brug je afremt. Zo verleidt de brug je om om je heen te kijken. De omgeving extra aandacht te geven. Fascinerend als je met die kennis opnieuw over de brug loopt. De brug leidt en verleidt.

Dit roept bij mij de vraag op "hoe verbind ik mij met mijn omgeving?". Mensen om me heen. Wil ik leiden of verleiden of allebei?

In de natuur is verbinding de kracht die zorgt dat alles groeit. Vanuit de aarde gezien staat alles in verbinding met elkaar. De bij vliegt van bloem naar bloem. De wormen zorgen voor lucht in de grond. De warmte van de zon produceert wolken. De regen voedt de bomen. De rups leeft van de blaadjes. De wind verspreidt de zaadjes. En zo voort.

Als we willen weten hoe verbinding ontstaat, helpt stilstaan in de natuur. Wellicht is dat de heilzame werking van een boswandeling. Vertragen. Het beeld van de zigzag brug kan ons daar bij helpen.

Juan Felix

donderdag 3 juni 2010

Het effect van een ontdektuin

Het kinderdagverblijf van mijn dochter heeft een ontdektuin. Een tuin met kronkelpaadjes, bruggen van houten palen, stenen, struiken, bloemen, bomen, verborgen hoekjes en water dat een heuvel afstroomt. Naast deze ontdektuin ligt een rechthoekige tuin met grasveld. Die tuin is van een ander kinderdagverblijf. Wat opvalt in de ontdektuin is de rust als de kinderen hun gang gaan en de omgeving ontdekken. Ze zoeken een eigen plekje op, passeren elkaar voetje voor voetje op een brug. Ze bekijken planten, bloemen, insecten en leren. In de rechthoekige tuin rennen de kinderen achter elkaar aan, racen op plastic speelgoed rond, schreeuwen, trekken, roepen. Kortom, zie wat een omgeving doet met kinderen. Als we dit inzicht nou eens zouden toepassen binnen organisaties!

Juan Felix

dinsdag 1 juni 2010

Ze vindt 't geluk (2)

Ze voelde iets dat haar naar zich toe trok als een magneet die moeiteloos ijzer aan zich bindt. Ze volgde de richting van de kracht. Ze kon niet anders. Haar gevoel gaf aan dat ze op het juiste pad zat. De haartjes op haar huid stonden overeind. Ze rilde. Geur van mos en algen bereikte haar neus. Het was stil. Hier en daar een aanzwellende roep van een vogel. Verder alleen 't gras dat langs haar been schuurde...

(wordt vervolgd)

Juan Felix