dinsdag 22 juni 2010

Ze vindt 't geluk (6)

De lucht was gevuld met zwarte streepjes. Toen ze langer keek, zag ze de streepjes fladderen. Vleugeltjes die op en neer gingen om het vogeltje in de lucht te houden. Ze voelde de vrijheid van de vogels die boven haar hoofd cirkelden. Los van alles en in staat om overal heen te gaan. Ze cirkelden boven haar hoofd en bewogen in de richting van de berg. De bomen droegen leerachtige bladeren. In de top hingen vruchten. De bomen groeiden dicht bij elkaar. Stap voor stap zocht ze haar weg. Ze zag een afdruk in de modder. Het leek een teken van de goede richting. De vogels landen in de bomen. Alsof ze wilden aangeven dat hun taak erop zat. Het meisje zocht nieuwe aanwijzingen. Ze stuitte op een steen. Ze stapte op de steen en zag een nieuwe steen. Ze volgde het pad van de stenen en merkte dat de bomen kleiner werden en de top van de berg dichterbij kwam. De koude wind streelde haar huid. Haar maag was leeg en haar lippen droog. Waar was de man met de witte baard? (wordt vervolgd)

Juan Felix

Geen opmerkingen:

Een reactie posten