dinsdag 13 juli 2010

Ze vindt 't geluk (13)

Het meisje gleed van Poseidons rug af. Ze raakte de grond. De bodem veerde mee. Ze keek omhoog en zag de vogel die haar gevolgd was. Hij landde op de rand van het dak. Poseidon boog zijn hals en at van het gras. Het meisje deed haar ogen dicht en luisterde. Ze hoorde een stem. Het klonk als het roepen van een naam. Het meisje kon het niet verstaan. Ze opende haar ogen en liep naar de brug. Stenen lagen gestapeld in een boog. De brug had geen rugleuning. In het water weerkaatste de maan. Toen ze op de brug stond, klonk de stem luider. Het meisje keek om. Poseidon volgde haar en drukte zijn hoofd tegen haar rug. Ze begreep dat hij over haar waakte. Aan de overkant van de brug was een gat in de muur. Het meisje aarzelde. Poseidon drukte weer zijn hoofd tegen haar aan. Ik heb de stem gehoord, Poseidon, zie het meisje. Ik weet dat iemand mijn hulp nodig heeft. Poseidon bewoog zijn hoofd heen en weer. Het meisje stapte over een stapel stenen die voor het gat lagen. Poseidon volgde. Ze kwamen in een ruimte met een vloer waarin ze zichzelf en Poseidon kon zien. Overal hingen kandelaars aan de muur gevuld met kaarsen. Een kaars brandde. Het meisje nam de kaars en stak de andere kaarsen aan. Ze hoorde weer de stem. Het licht van de kaarsen weerkaatste in een wit kristallen blok dat midden in de ruimte lag op een ring. De ring werd ondersteund door drie ijzeren poten. Het meisje liep naar het kristallen blok. Ze zag een meisje opgesloten in het blok. Het meisje in het blok riep een naam. Ze luisterde en hoorde Xeline. Het meisje in het blok herhaalde de naam. Xeline. Alleen jij kunt mij bevrijden. Vertrouw op jezelf en je kracht. Toon jezelf en maak mij vrij. Xeline voelde wat het meisje in het blok zei. Ze zuchtte en deed wat het meisje vroeg. Xeline deed haar ogen dicht en legde haar handen op het kristal. De kracht die de aarde aan het kristal had gegeven stroomde door haar lichaam. Het witte kristal lichtte op en brak in stukken. Het meisje in het blok riep dank je en de stem verstomde. Xeline voelde zich bevrijd. Nu wist ze wie ze was. Ze verliet de zaal en volgde een gang. Aan het einde van de gang was een houten deur. De deur piepte en kraakte bij het openen. Ze stond nu in een kamer. In de hoek lag een stapel hooi. Ze nam het hooi en verspreidde het over de vloer. Ze ging liggen en viel in slaap. Poseidon bleef op de gang staan. Het was alsof hij over Xeline waakte.

1 opmerking: