donderdag 26 augustus 2010

Ontvang Xeline vindt het geluk als Ebook

Beste lezer(es),

Momenteel schrijf ik deel 2 T/M 7 van Xeline vindt het geluk.

Alle verhalen (1 t/m 7) worden gebundeld en per deel gepubliceerd als EBOOK.

Meld je GRATIS aan als lezer(es) (via hyves) en ontvang van zelf bericht.

Vermeld aub in je bericht "inschrijven voor Xeline"


CLICK HIER EN MELD JE AAN ALS VRIEND/IN


Ken je vrienden of vriendinnen die het verhaal van Xeline willen ontvangen?

Meld ze GRATIS aan via mijn hyves pagina.

Vermeld aub in het bericht "vriend / vriendin inschrijven voor Xeline"


CLICK HIER EN MELD JE VRIEND/VRIENDIN AAN


De eerste 100 inschrijvers vermeld ik als lezer in het voorwoord (mits je dat wil).


"DIT IS EEN TIJDELIJK AANBOD. HET EINDIGT OP 30 SEPTEMBER 2010"


Voor nu wens ik je veel inspiratie en dromen.

Ik weet dat we ze nodig hebben om ons leven rijk te maken.

veel liefs,

Juan.

zaterdag 21 augustus 2010

Ze vindt het geluk (22)

Xeline stapte van de laatste trede af en volgde Sam door de gang. De man schuifelde naar de kamer die halverwege de gang lag aan de linkerkant. Xeline keek de kamer in. Poseidon draaide zich om. Hij deed een stap naar voren en drukte zijn hoofd tegen Xelines nek. Ze voelde de natte warme neus. Heb je me gemist, lief paard van me. Pascha lag te slapen op de grond. Sam nam een paar dekens en gaf er een aan Xeline. Zo, tijd om te rusten. Ik ben blij dat ik je het geheim van de sleutel heb verteld, fluisterde Sam. Xeline gaf hem een kus op zijn wang. Ze aaide Poseidon over zijn hals en gaf hem een paar klopjes op zijn rug. Sam ging naast Pascha liggen. De bank is voor jou Xeline. Slaap lekker. Welterusten Sam. Dank je wel. Voor alles.

De zon ontwaakte. Via een gat in het dak van de kamer kropen zonnestralen naar binnen. Ze streelden de ogen van Pascha. De jongen opende langzaam zijn ogen. Hij gooide de deken opzij en ging rechtop zitten. Hij draaide zich om en keek naar Sam. Merkwaardig, dacht hij. Pascha stond op en vulde een ketel met water. In de tijd dat Sam en Xeline boven waren geweest had de jongen hout verzameld en een stapel neergelegd bij het hek. Hij stak een paar stokjes aan met de toorts uit de gang. Het hout vatte direct vlam. Hij legde een paar takken op de stokjes die brandden. Het vuur voedde zich gulzig met het droge hout. Boven het vuur leunden drie stokken tegen elkaar. Een stuk touw bond ze samen. Sam hing de ketel aan de stokken.

Pascha, kom snel, riep Xeline. De jongen volgde haar door de gang naar de kamer rechts. Poseidon stond in de kamer en bewoog van de ene kant naar de andere kant. Rustig maar, jongen, kalmeerde Pascha hem. De jongen boog zich over Sam heen. Sam had geen kleur op zijn wang. Hij had zijn ogen open. Zijn mond had de vorm van een glimlach. Hij reageerde niet. Pascha voelde aan zijn hals en pols. Beiden waren koud. Pascha keek Xeline aan. Ze zag het aan zijn ogen. Sam heeft besloten dat zijn taak is volbracht, begon Pascha. Hij heeft ons hierheen geleid. Hij heeft jou zijn laatste geheim verteld. Ik denk dat hij het tijd vond om ons los te laten. Xeline voelde de tranen in haar ooghoek opwellen. Ze kende Sam net. Ze had het gevoel dat ze hem haar leven had gekend. Pascha wist wat hem te doen stond.

(Noot: dit is het laatste verhaal van deel 1. Ik heb besloten om nog 6 delen te schrijven. Die volgen vanzelf. Ik hou jullie op de hoogte.)

maandag 9 augustus 2010

Ze vindt het geluk (21)

Behalve het geluid van de wind langs de rotswand, was alles stil. Xeline keek omhoog. De hemel strekte zich uit boven haar hoofd. De zwarte ruimte was gevuld met lichtjes die knipperden alsof ze om aandacht vroegen. Ze waren overal. Zo dicht ben ik niet eerder bij de hemel geweest, riep Xeline uit. Ik kan de sterren aanraken. Je kunt nog dichterbij komen, reageerde Sam. Hij wees naar het cilindervormige voorwerp dat gericht was op de hemel.

Sam draaide aan een kant van het voorwerp. Hij had een dop in zijn hand. Hij legde zijn oog op de ingang van het cilindervormige voorwerp en sloot het andere oog. Hij draaide aan het voorwerp. Juist ja, fluisterde de man. Hij keek kom om naar Xeline en wenkte haar naar zich toe.

Leg je oog op dit voorwerp, wees Sam. Xeline deed een aantal stappen naar voren en kneep haar linker oog dicht. Ze keek door het voorwerp. De wind blies langs haar hals en veroorzaakte een rilling in haar nek. Sam glimlachte terwijl hij naar het meisje keek.

Prachtig, riep het meisje. Ze zag lichtjes die in het niets zweefden. Sommige lichtjes hadden zich verzameld als een groep. Anderen bleven op afstand. Een aantal gaf meer licht dan anderen.
Gelukkig zijn ze met zovelen, zei Xeline. Voor een ster zou het eenzaam zijn om alleen te zijn daar boven. Sam knikte. Hij ging zitten op een stenen bank die links op het plateau stond. Vanaf hier lijkt het alsof de sterren daar boven zijn, antwoordde Sam. Als je in de ruimte bent is er geen onder of boven. Dan is er een overal.

Xeline wilde het geheim van de sleutel weten. Sam, ga je het me nu vertellen. De man begreep wat ze bedoelde. Nu is de tijd en de plaats om je het geheim van de sleutel te onthullen.

Het zit zo. Sam wees naar de hemel en spreidde zijn armen. Alles om ons heen is in beweging. De planeten draaien rond de zon. De zon en planeten samen vormen een groep die bij elkaar hoort. Zo zijn er in die zwarte ruimte ontelbare groepen van planeten met hun eigen zon. Al die groepen bewegen van elkaar af. Die beweging zorgt dat wij tijd ervaren. De afwisseling van zomer naar winter is mogelijk door beweging. De verplaatsing van de aarde rond de zon maakt dat we tijd ervaren. Het draaien van de aarde veroorzaakt dag en nacht. Beweging is tijd. Dat is een deel van het geheim. Xeline genoot van de wijze woorden die Sam sprak. Ze keek naar de hemel en zag de planeten en de sterren. Ze voelde de beweging die in het heelal zat. De beweging van tijd.

Wat is het andere deel van het geheim, vroeg Xeline. Sam vervolgde. Alles beweegt in vaste patronen. De zon staat in het centrum. De planeten draaien om haar heen. Elke planeet heeft zijn plek. De kleine planeet, Pluto, staat het verst weg van de zon. Mercurius staat het dichtst bij de zon. Venus is de helderste planeet van allemaal. Alle planeten hebben een eigen plek gevonden in de groep en bewegen samen in een vast patroon dat zich eeuwen herhaalt.

Xeline begreep niet welke les ze daar uit kon halen. Sam zag het in haar ogen. Hij glimlachte even. Nu luister, zei de man. Dit is het geheim van vaste patronen. Wij mensen hebben allemaal onze plek en onze vaste patronen. Van ieder van ons liggen onze bestemming en onze patronen vast. Het leven is gericht op het ontdekken van je eigen patronen en bestemming. Soms raken we van ons pad af. De mensen die ons als kind begeleiden als we opgroeien hebben een taak. Ze dienen ons te begeleiden naar onze bestemming. Ouders kunnen hun kinderen helpen om de patronen te herkennen die bij ons leven horen. Wat gebeurt als je ouders dat niet doen? Vind je dan niet je bestemming? De kunst van het leven, ging Sam verder, is de mensen te herkennen die je helpen om je bestemming te bereiken. Dan zul je ook de mensen herkennen die je van je pad afleiden. Dat zijn de mensen die met hun eigen belang bezig zijn.

Oh Sam, wat ben ik blij dat ik jou tegengekomen ben. Jij bent iemand die mij helpt naar mijn bestemming. Xeline stond op en omhelsde Sam. Dat is mijn bestemming, reageerde Sam. Ik leid mensen naar hun bestemming.

Beiden gingen zitten op de stenen bank. Sam, hoe komt het dat planeten in vaste patronen bewegen? Wie of wat zorgt daar voor? Het antwoord is niet eenvoudig, zei Sam. Ik wil het weten, ging Xeline verder. Sam stond op en draaide zich om. Planeten trekken elkaar aan. Ze bewegen met een snelheid die zorgt dat ze in hun baan blijven. Door hun snelheid botsen ze niet op elkaar. Hij wees naar de hemel. Daar ligt het antwoord, Xeline. Het antwoord over patronen.

Sam sloot zijn ogen en zei niets. Xeline wachtte af. De man deed zijn ogen open en ging verder.
Wij hebben allemaal onze eigen snelheid. Ieder heeft zijn eigen tempo. En iederen heeft zijn eigen weg te gaan. Net als de planeten die in hun baan blijven. Als we naar elkaar luisteren, ervaren we welk tempo bij iemand hoort. Als we ons met elkaar verbinden terwijl we op ons eigen pad blijven, kunnen we zorgen dat we in evenwicht blijven. Zodra we de verbinding verliezen met de anderen, raken we van onze koers af. Dan verliezen we ons in zaken die niet bij onze bestemming passen.

Xeline voelde een druk in haar hoofd ontstaan. Ze begreep niet alles wat Sam zei. Ze wilde het wel graag. De woorden voelden als belangrijk. Ze boog voorover en legde haar hoofd in haar handen. Hoe zou het met Pascha en Poseidon zijn, vroeg ze. Maak je geen zorgen, zei Sam. De man begreep dat ze toe was aan iets lichts. Kom, we gaan naar beneden. Sam plaatste de dop weer op het voorwerp. Xeline stond bij de trap. Sam volgde haar naar beneden.

Ik zal je een verhaal vertellen, Xeline. Het gaat over een man die altijd bezig was om anderen te laten zien hoe goed hij was. Hij had van alles gedaan in zijn leven. Iedere keer mislukte het en zocht hij iets nieuws. Dit ging jaren door. Telkens vond hij een nieuwe bestemming. Hij dacht, als ik goed ben in wat ik doe, verdien ik geld. Als ik geld heb, dan ben ik iemand. Dan vinden mensen mij de moeite waard. Het zal me vrienden geven.

Op een dag leerde hij een vrouw kennen. De vrouw begreep al snel dat de man geen rust had. Ze wilde hem gelukkig zien. Ze vertelde hem dat hij de moeite waard was. Het maakte niet uit of hij succes had. Ze hield van hem zoals hij was. Hij zag het niet zo. Hij zag zichzelf als een mislukking als hij geen succes zou hebben. De liefde tussen de man en de vrouw werd met de jaren minder. De vrouw kon niet langer aanzien dat de man niet tevreden was met wie hij was. Ze liet de man alleen achter. Nadat de vrouw hem verlaten had, begreep hij hoe belangrijk de vrouw voor hem was. Hij zag het pas toen het te laat was. Hij heeft 7 jaar gehuild om het verlies van de vrouw van wie hij hield.

Na 7 jaar ontmoette hij weer een vrouw. Hij was op slag verliefd. Voor de tweede keer in zijn leven. Hij beloofde zichzelf dat hij tevreden zou zijn met wie hij was. De eerste jaren ging het goed. Ze waren samen gelukkig. Ze kregen een zoon. Een aantal jaren later een dochter. De man had alles wat hij wilde. Hij had nog steeds het gevoel dat hij iemand moest zijn. Hij wilde aan anderen laten zien hoe goed hij was in wat hij kon. Het lukte niet. Hij verloor zijn baan. Hij raakte het contact met zijn vrouw en kinderen kwijt. Hij doolde rond zonder bestemming.

Op een nacht kreeg hij een droom. Iemand vroeg hem: stel dat morgen je laatste dag zou zijn. Hoe wil je dan terug kijken op je leven? Wat heb je nodig om gelukkig te kunnen sterven? De man wist het antwoord meteen. Hij reageerde: dat mijn kinderen van mij houden en gevoeld hebben hoeveel ze voor mij betekenen. Dat mijn vrouw mij heeft lief gehad. Mij, om wie ik ben. Niet om wat ik gedaan heb. Niet mijn succes. Nee, mij als persoon. De volgende dag werd de man wakker. Hij stond op en zocht zijn vrouw en kinderen op. Met tranen in de ogen omhelsden ze elkaar. Zijn vrouw keek hem aan. Hij antwoordde: ik heb begrepen waar dit leven om draait. Ik ga mijn pad en mijn tempo volgen. Ik laat me niet meer door anderen van mijn pad afleiden. De man voelde zich de gelukkigste man van de wereld. Hij had het succes bereikt. Dat, lieve Xeline, is de les van de sleutel. Ieder kan de deur naar zijn eigen succes openen. We zijn zelf eigenaar van de sleutel. Alleen wij weten waar onze deur zit. Sam keek op naar Xeline. Hij zag hoe ze een traantje wegveegde. Hij begreep dat zijn les begrepen was. Kom, we gaan Pascha weer opzoeken.

zaterdag 31 juli 2010

Ze vindt 't geluk (deel 20)

Xeline zag de haartjes op haar armen overeind staan. De wind voelde koud aan. Pascha liep naar de zijkant van de hut en kwam terug met een stapel dekens. Hij liep naar Xeline en legde de deken om haar schouder. Het meisje had bewondering voor Pascha. Het leek alsof hij wist wat ze nodig had. De jongen sprak weinig. Als hij iets zij, had het betekenis.

De zon zakte richting de horizon. De lucht kleurde rood. Xeline keek om naar Sam. Vanavond trekken we de bergen in, zei Sam. Pascha liep naar de waterput en haalde het touw omhoog. Hij vulde zes drinkflessen. Poseidon stond klaar. Op zijn rug lag een deken. Aan weerszijden hingen zwarte leren tassen. Die heeft Pascha gemaakt, vertelde Sam. Xeline herkende het teken van de arend op de linkertas.

Xeline zat het eerste stuk van de tocht op de rug van Poseidon. Ze liepen in de richting van een kloof. De rotswand liep recht omhoog. De bovenkant was niet te zien. Pascha nam een hand vol zand van het pad en gaf die aan Xeline. Het zand voelde warm aan. De energie van de zon was er in opgeslagen.

Het duurt even en dan zijn we bij de poort, vertelde Sam. Ik zal je iets vertellen over de groene kamer waarin je vanmiddag gerust hebt. Alles om ons heen heeft betekenis, zo ging de man verder. De kleur groen staat voor groei en gezondheid. En voor overvloed en evenwicht. Zoals je weet, bestaat deze aarde al miljoenen jaren. Al die tijd was er de kleur groen. Hij was zichtbaar in alles wat groeide. De levenskracht van de aarde weerspiegelt in het groen. Sommige mensen zijn het contact met groen kwijt. Ze leven in grijs. Groen is een belangrijke kleur voor het leven. Hou hem in het oog. Xeline herinnerde zich hoe ze zich voelde als ze over groene heuvels wandelde of door de bossen. Ze begreep de betekenis van de kleur groen.

Pascha nam een fles uit de tas en gaf die aan Xeline. Ze nam een slok. Het water spoelde haar warme droge mond weg. Ze gaf de jongen een glimlach. Wat ik weet, heb ik van Sam geleerd, zei Pascha. Zolang ik me kan herinneren is hij er altijd voor mij geweest. Met de kennis die ik van hem heb gekregen, zorg ik nu voor hem. Sam wordt ouder. Er zal een dag zijn dat ik de leiding van hem krijg. Dan wil ik klaar zijn. De woorden van Pascha brachten een glimlach op het gezicht van Sam.

Ho, riep Sam. Poseidon stond stil. Pascha hielp Xeline van het paard. Zo, we zijn er. Xeline zag een hek in de rotswand. De spijlen waren rond en liepen in een golfvorm omhoog. Sam pakte de sleutel uit het kistje en stak hem in het sleutelgat. Hij draaide de sleutel om en met een klik ging het slot open. Het hek gaf toegang tot een gang die net iets breder was dan Poseidon.
In de gang hingen toortsen aan de muur. Met een kaars stak Pascha de toortsen aan.

Het licht van de toortsen maakte een tekening op de muur zichtbaar. Xeline bekeek de tekening. Ze zag een draak en een man. De man zat op een paard, had een harnas aan en stak met een lans in de borst van de draak. Ze keek van de tekening naar het einde van de gang. Ze zag het begin van een stenen trap die recht omhoog liep. Op de helft van de gang was rechts een grote ruimte met een bank en een tafel. Er lag hooi. Xeline begreep dat Pascha dit had voorbereid voor Poseidon.

Pascha blijft hier, zei Sam. Volg mij maar, Xeline. De man ging de trap omhoog. Het meisje spande zich in om zijn tempo bij te houden. Ze keek om en zag nu achter zich een donker gat. Ze merkte dat ze hoog klommen. Aan het einde van de trap werd licht zichtbaar. Het was het licht van de maan.

Xeline stapte van de laatste traptrede op een stenen plateau. Het plateau liep rond en was omringd met een muur. Op de muur stond een statief met daarop een cilindervormig voorwerp.
Xeline werd weer nieuwsgierig. Nu zal ik je het geheim van de sleutel onthullen, zei Sam.

(wordt vervolgd)

donderdag 29 juli 2010

Ze vindt 't geluk (deel 19)

Xeline opende de deur van de houten hut. De geur van citroen prikkelde haar neus. Pascha liet haar de zeven kamers in de hut zien, elk met een eigen kleur. Xeline bekeek de kleuren. Rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Pascha vertelde haar over de zeven kleuren van de regenboog. Sam zal je de betekenis van elke kleur vertellen, zodra de tijd rijp is. Xeline had inmiddels geleerd om af te wachten. Een vraag stellen leidde niet altijd meteen tot een antwoord. Soms was er tijd nodig. Ik stel voor dat je even gaat rusten, zei Pascha. Kies maar een kamer uit. Xeline sloot haar ogen. Ze koos voor de groene kamer.

Xeline hoorde geklop. Ze opende haar ogen en keek rond in de groene kamer. Ze zag dat de muur versierd was met verschillende patronen. Het leken bloemstelen van rozenstruiken. Ze waren in elkaar gevlochten. De doorns waren te zien. De gordijnen hadden een patroon van groene heuvels. Weer werd er op de deur geklopt. Xeline stond op en liep naar de deur. Ze nam de greep in haar hand. Die leek op de knop van een bloem. Ze opende de deur. Dag Xeline. Heb je lekker gerust. Het was de stem van Sam. Ze zag hem niet. Xeline deed een stap in de kamer. Ze keek rond. Rechts stond een houten tafel. Sam zat aan de tafel met zijn rug gekeerd naar Xeline. Schuif maar aan Xeline. Drink thee en eet wat. We hebben een zware tocht voor de boeg.

Xeline werd nieuwsgierig. Ze besloot geen vraag te stellen. Het antwoord kwam vanzelf. Sam ging verder. Hij wees naar het kistje op tafel. Het kistje van zwart ebbenhout. Open het maar. Xeline tilde de deksel op. Ze nam de koperen sleutel uit het kistje. Haar vingers gleden langs de sleutel terwijl ze hem bekeek. De greep van de sleutel had de vorm van een ster. De steel leek op een slang. De baard was plat met vijf inkepingen. Deze sleutel kreeg ik van mijn grootvader, reageerde Sam. Hij kreeg hem van zijn vader. Het is de sleutel tot wijsheid. Dat zal je duidelijk worden als we op de plaats van bestemming zijn aangekomen. Xeline keek vol bewondering naar de sleutel. Sam nam een slok thee en stond op. Zodra je klaar bent, vertrekken we. Pascha heeft alles gereed gemaakt voor onze tocht. Bij de deur staan stevige schoenen. Trek die maar aan.

Pascha stond in de deuropening. Xeline keek naar hem. Hij straalde rust uit. Ze begreep steeds meer hoe belangrijk hij was voor Sam. De jongen glimlachte naar haar. Ben je zover? Ik geloof het wel, zei Xeline. Dan gaan we, reageerde Sam.

zaterdag 24 juli 2010

Ze vindt het geluk (18)

De binnenkant van het kistje was bekleed met een rode stof. Langs de rand van het kistje was de rode stof versierd met ogen in wit en blauw. Op de bodem van het kistje lagen twee voorwerpen. Sam pakte als eerste het houten fluitje. Xeline ving een glimp op van het andere voorwerp. Het leek een sleuteltje. Sam sloot het kistje. Hij zag de nieuwsgierige blik van Xeline. Alles op zijn tijd, zei Sam. Hij gaf het fluitje aan Pascha. De jongen maakte zijn lippen nat en plaatste het fluitje aan zijn mond. Een voor een speelde hij de tonen die in het fluitje waren opgeborgen. De jongen sloot zijn ogen en speelde een liedje. Xeline keek naar Sam. De man keek met een glimlach naar de jongen. Zijn benen had hij opgevouwen onder zijn billen. De handen rustten op zijn knieën. Voor zijn leeftijd is hij best lenig, dacht Xeline. Ze droomde weg op de klanken van de fluit. Ze sloot haar ogen en zag de arend die over de aarde zweefde. Hij gleed langs een bergwand, vloog door een wolk en landde op een boomtak.

Pascha hield op met spelen. Xeline opende haar ogen. Sam was verdwenen. Xeline haalde haar schouders op, spreidde haar armen en gebaarde naar Pascha. De jongen zei niets. Hij hield zijn hand op als teken dat ze geduld moest hebben. Dat was iets wat Xeline moeilijk vond. Geduld hebben. Ze wilde altijd gelijk alles weten. Ze zuchtte. Sam kwam uit het huis. In zijn hand hield hij een zilveren pot. Hij vulde de kopjes die klaar stonden. De geur van muntthee vermengde zich met de lucht.

Sam keek naar Xeline. En, vroeg hij. Wat heb je geleerd? Xeline dacht na. Ik heb geleerd dat het doosje een schat verborgen hield. Zodra Pascha floot veranderde het houten fluitje in tonen die mijn oren streelden. De tonen brachten mij beelden. Ik zag de arend. En wat voelde je, reageerde Sam. Xeline was even stil. Ik voelde mij licht als een veertje. Ik vergat alles. Mooi zo, ging Sam verder. Muziek opent de deur naar onze ziel. Als je uit je hoofd wilt blijven, luister dan naar muziek. Dat is wat dit deze fluit je kan leren.

Xeline was nu nieuwsgierig geworden naar het andere voorwerp in het kistje. Sam voelde haar verlangen om meer te leren. Hij ging verder. Ik weet dat je het andere voorwerp wilt zien. Ja, antwoordde Xeline, opgewonden. Ze schoof heen en weer. Veerde op en ging weer zitten. Nu dan, zei Sam. Dat hou ik geheim tot morgen. Dat is dan je volgende les. Leer dat alles tijd nodig heeft. Geduld houd je op de juist weg. Als je te snel gaat, raak je van je pad af. En als je te lang wacht, mis je de kansen die voorbij komen. Luister goed naar jezelf. Als je je rustig voelt, volg je de snelheid die bij jou past. En nu genoeg voor vandaag. Sam stond op en trok zich terug in de hut. Pascha gebaarde Xeline dat ze hem moest volgen. (wordt vervolgd)

Juan Felix

donderdag 22 juli 2010

Ze vindt het geluk (17)

De zon weerspiegelde in het meer. De wind streelde de haartjes op haar huid. Ze aten. Niemand zei iets. Boven hun hoofd cirkelde de arend in het rond. Xeline keek op. Net zoals de arend zijn. Dat zou mij helpen, dacht ze. Dan heb ik overzicht.

Het is eenvoudig, zei Sam. Alsof hij haar gedachten had opgevangen. Xeline keek op. Sam stond op en kwam naast haar zitten. Pascha gaf Poseidon wat hooi. Je hebt meerdere werelden, zei Sam. De wereld in je hoofd en de wereld zoals hij is. Sam keek naar Xeline. Ik begrijp het, zei ze. Sam knikte met een glimlach om haar aan te moedigen door te gaan. Het meisje ging verder. Als ik in mijn hoofd leef, dan verzin ik dingen, ga ik iets bedenken wat er niet is. Dan mis ik veel van wat er om me heen leeft. Voel ik me eenzaam. Machteloos. En als je niet in je hoofd leeft, reageerde Sam. Dan ben ik gelukkig. Een traan welde op en liet zich afglijden langs haar wang.

Sam ging verder. Als ik naar die boom kijk. Die staat hier al heel lang. Hij groeit en leeft. Vogels landen op zijn takken. Mieren kruipen over zijn schors. Kevers nestelen zich in zijn hout. Zijn wortels vinden hun weg in de grond. Ze groeien om stenen heen en drinken van het water. De boom levert onze levensadem. Hij neemt stoffen op die slecht voor ons zijn. Als ik die boom omhels en mijn ogen sluit, voel ik dat allemaal. Dan zie ik, hoe hij van een zaadje is veranderd in een machtige boom. Dat is de wereld buiten ons hoofd, ging Xeline verder. Die wereld was er altijd al. Heel lang heb ik hem niet gevoeld, reageerde Xeline. En nu, vroeg Sam. Nu voel ik hem elke dag, zei het meisje. En dat maakt me gelukkig. Sam legde zijn hand op haar schouder.

Pascha ging tegenover Xeline zitten. Hij wist wat Sam nu zou zeggen. Sam sprak. Je begrijpt nu dat de wereld om ons heen alle wijsheden in zich heeft. Wij kunnen ze ontdekken door in verbinding te staan met die wereld. Als we in ons hoofd leven, verliezen we de verbinding. Als mensen zich laten leiden door wat ze willen zonder rekening te houden met hun omgeving, gaat het mis. De oplossing is eenvoudig.

Xeline keek naar Sam. Ze merkte op dat hij op blote voeten liep. Net als Pascha. Ze zag hoe hij liefdevol keek naar de hemel. In zijn linkerhand lag een zwarte steen. Sam merkte de blik van Xeline op. Dat is mijn gelukssteen. Die heb ik ooit van Pascha gekregen. Ik draag hem altijd bij me. Hij herinnert me er aan dat stenen langer leven dan mensen. Dat houdt me eenvoudig. En zo brengt hij me geluk.

Xeline was nieuwsgierig geworden. Wat is de oplossing, vroeg ze. Sam keek naar Pascha. Die begreep wat er van hem gevraagd werd. De jongen stond op en liep naar het houten huis. Even later kwam hij terug met een voorwerp gewikkeld in een doek. De jongen gaf het aan Sam. De man haalde het doek weg. In zijn hand hield hij een kistje vast. Het was van ebbenhout. Versierd met witte patronen. Sam opende het kistje... (wordt vervolgd)

Juan Felix

dinsdag 20 juli 2010

Het weerzien

Poseidon strekte zijn hals en versnelde de beweging van zijn benen. Xeline voelde dat hij veel energie had. Hij wilde sneller. In gallop vlogen ze door het dal. De achterbenen gooide het stof op dat zich als een slang kronkelde in de lucht. Xeline sloot haar ogen en bewoog mee in het ritme van het paard. Het was alsof hij geen leiding nodig had. Hij wist waar hij heen wilde.

Na een tijd rook Xeline de geur van brandend hout. Ze gaf Poseidon een klop op zijn hals als teken dat hij mocht afremmen. Poseidon liep stapvoets verder. Zijn huid was warm en nat. Xeline keek om zich heen. Ze zag nergens rook. Links groeiden lage struiken met zwarte bessen. Rechts stonden bomen die hun naaldtakken lieten hangen. Het leek alsof ze door de jaren heen moe waren geworden. Xeline besloot in de richting van de bomen te gaan. Ze gleed van Poseidons rug af. Het geluid van water dat zijn weg zocht tussen de stenen, kwam dichterbij. Het paard liep in de richting van het water en dronk. Xeline liep verder tussen de bomen. De stam was bedekt met stroken die over elkaar heen lagen. Ze voelden zacht aan. Xeline stond onder de boom en keek omhoog. Ze kon de top van de boom niet zien.

Dag meisje, hoorde ze iemand zeggen. Xeline draaide zich om en keek in de bruine ogen van een jongen. Hij keek haar recht aan en ze voelde zijn blik dwars door haar ziel gaan. Alsof hij direct contact maakte met wie ze was. Xeline sterkte haar hand uit. De jongen gaf haar zijn hand. Xeline voelde de ruwe plekjes aan de binnenkant van zijn hand. Hoe heet je, vroeg Xeline. De jongen trok zijn schouders op. Ik heb geen naam, zei de jongen. Welke naam zou jij me geven, zo ging hij verder. Xeline keek de jongen aan. Ze was even stil. En zei toen: Pascha. Dan heet ik voor jou Pascha. Ik ben Xeline, stelde het meisje zich voor. Beiden glimlachten en keken even naar de grond.

Ik rook brandend hout, vervolgde Xeline. Dat klopt, zei de jongen. Mijn opa maakt soep. Loop maar met me mee, dan zal ik je aan hem voorstellen. Xeline keek om en gebaarde Poseidon om te volgen. Het paard stapte rustig op haar af. Ze merkte aan Poseidon dat het goed was. Ze keek weer naar de jongen. Die was al bijna uit het zicht. Wacht, riep ze. Wacht op ons. De jongen gebaarde met een wuivende hand.

Xeline stapte over stenen die op het pad lagen. Ze hadden punten die uitstaken. Af en toe klonk de roep van een vogel. Vlinders fladderden rond haar hoofd. Voorbij de volgende boom, stond ze stil. Voor haar lag een meer. Aan de rand van het meer stond een huis. Het was gemaakt van hout. Voor het huis zat een man. Hij roerde in een pot die boven een vuur hing. De man draaide zich om. Xeline herkende hem meteen. Het was de man met de baard die ze ontmoet had in de bergen. De jongen stond naast hem en zwaaide naar Xeline.

Welkom Xeline, zei de man met de baard. Ik had je verwacht. De soep is bijna klaar. Kies een plekje. Wij zullen goed voor je zorgen. Oh ja, en mijn naam weet je niet. Ik heet Sam.

Het meisje glimlachte. Dag Sam. Ik heb de indruk dat we elkaar al kennen. Dat kan kloppen, zei Sam. In een mensenleven kruisen paden elkaar. Je hebt een scherpe blik, zei Sam. Net als de arend die hoog boven ons vliegt. Dat is een gave. Als je in staat bent het overzicht te behouden, kun je andere mensen helpen. Volg de grote lijnen. Sta in verbinding met de wereld om je heen. Jij gaat de mensheid dienen, lieve Xeline.

Hoe dan? Vroeg het meisje. Alles op zijn tijd, antwoordde Sam. Nu eerst soep. De jongen stond klaar met de borden. Sam schepte de soep op. Eet smakelijk. (wordt vervolgd)

Juan Felix

donderdag 15 juli 2010

Ze vindt het geluk (15)

De zon gleurde over de horizon. De wind kietelde de bladeren. De vogel strekte zijn vleugels. Hij hupte en liet zich dragen door de wind. Een zonnestraal gleed over Xelines voeten. In de hoek van de kamer bewoog iets. Twee kleine ogen staarden naar het meisje. Poseidon richtte zijn oren naar achteren. De twee ogen gleden over de grond in de richting van het hooi. Poseidon strekte zijn benen en stond overeind. Xeline draaide zich om in haar bed. Ze had haar ogen gesloten en een glimlach op haar gezicht. Poseidon krabde met zijn voorpoot over de vloer en draaide in de richting van de twee ogen. Het sissen werd luider. Poseidon deed een stap naar voren en brieste. De slang aarzelde even. Hij richtte zijn hoofd op en gleed verder. Poseidon draaide zich om en drukte zijn hoofd tegen de rug van het meisje. Xeline reageerde niet. Poseidon drukte harder. Hij keek af en toe om. De slang keek naar het paard en het meisje. De slang liet zijn onderkaak zakken en maakte zijn tanden bloot. Het sissen hield aan. Poseidon nam de jurk van Xeline in zijn mond en trok haar uit het bed. Xeline deed haar ogen open. Ze keek recht in de ogen van de slang. Achter de slang zag ze een nest met eieren. Xeline begreep dat de slang niet aanviel maar verdedigde. Het was een moeder die haar kroost wilde beschermen. Xeline deed haar hand naar voren als een gebaar van rust. Ze keek de slang in de ogen en trok Poseidon met zich mee. Het sissen werd minder. De slang sloot zijn bek en ging liggen. Stap voor stap liep Xeline achteruit in de richting van de deur. De slang draaide zich om en gleed terug naar zijn nest. Het gevaar was geweken.

Voorbij de brug nam Xeline de manen in haar hand en zwierde op de rug van haar trouwe vriend. In draf reden ze de heuvel over. Xeline voelde dat vandaag een bijzonder dag zou worden. (wordt vervolgd)

Juan Felix

woensdag 14 juli 2010

Ze vindt het geluk (14)

De adem van Poseidon verwarmde de kamer. Xeline sloot haar ogen. Ze maakte zich los van de aarde en keek om. Ze zag de aarde steeds kleiner worden. Ze zag hoe de bol door de ruimte vloog. Ze voelde de snelheid van het draaien. Het gewicht van de aarde was niet te stoppen. De zon raakte haar huid aan. Ze keek in de richting van de maan. Een bol zonder leven. In haar hoofd ontwaakte een gedachte. En toen was het voorbij. Ze dacht aan de dinosauriërs die ooit de aarde bewoond hadden. Opeens was het voorbij. Ze staarde naar de aarde en bewonderde de blauwe zeeën. Ze zag de groene heuvels en de grijze bergen. Ze zag de mensen die in beweging waren. Als mieren in een leegte zo ver ze kon kijken. Met een vaart raasde de aarde voorbij. Ze bedacht dat het opeens voorbij kon zijn. Een bol zonder mensen. Ze zag hoe al het leven op aarde met elkaar een evenwicht had gezocht. Alleen de mensen was het niet gelukt. Velen werden gedreven door hun ego. Ze zagen de aarde als een middel om bezittingen te verzamelen. Ze putten de aarde uit.

Xeline draaide zich om in haar bed van hooi. Poseidon sliep terwijl hij de wacht hield bij de deur. Xeline zweefde verder door de ruimte. Ze keek weer naar de aarde. Ze zag mensen die hulp nodig hadden. Mensen die niets hadden. Xeline begreep het niet. In haar hoofd kwamen gedachten voorbij. Ze zag een aarde die van niemand was. Een aarde die er altijd was, voor iedereen. Hoe kon het dat sommige mensen niets hadden en anderen alles? In haar ooghoek welde een traan op. De druppel vormde zich en gleed langs haar wang naar beneden. De aarde trok de druppel naar zich toe. Hij viel op het hooi. Poseidon opende zijn ogen. Hij stapte de kamer binnen in de richting van het meisje. Hij drukte zijn hoofd tegen haar wang. Xeline tilde haar hand op. Ze gleed langs het hoofd van het paard. Poseidon zakte door zijn voorpoten en ging naast haar liggen. Samen vielen ze in een diepe slaap.

Juan Felix

dinsdag 13 juli 2010

Ze vindt 't geluk (13)

Het meisje gleed van Poseidons rug af. Ze raakte de grond. De bodem veerde mee. Ze keek omhoog en zag de vogel die haar gevolgd was. Hij landde op de rand van het dak. Poseidon boog zijn hals en at van het gras. Het meisje deed haar ogen dicht en luisterde. Ze hoorde een stem. Het klonk als het roepen van een naam. Het meisje kon het niet verstaan. Ze opende haar ogen en liep naar de brug. Stenen lagen gestapeld in een boog. De brug had geen rugleuning. In het water weerkaatste de maan. Toen ze op de brug stond, klonk de stem luider. Het meisje keek om. Poseidon volgde haar en drukte zijn hoofd tegen haar rug. Ze begreep dat hij over haar waakte. Aan de overkant van de brug was een gat in de muur. Het meisje aarzelde. Poseidon drukte weer zijn hoofd tegen haar aan. Ik heb de stem gehoord, Poseidon, zie het meisje. Ik weet dat iemand mijn hulp nodig heeft. Poseidon bewoog zijn hoofd heen en weer. Het meisje stapte over een stapel stenen die voor het gat lagen. Poseidon volgde. Ze kwamen in een ruimte met een vloer waarin ze zichzelf en Poseidon kon zien. Overal hingen kandelaars aan de muur gevuld met kaarsen. Een kaars brandde. Het meisje nam de kaars en stak de andere kaarsen aan. Ze hoorde weer de stem. Het licht van de kaarsen weerkaatste in een wit kristallen blok dat midden in de ruimte lag op een ring. De ring werd ondersteund door drie ijzeren poten. Het meisje liep naar het kristallen blok. Ze zag een meisje opgesloten in het blok. Het meisje in het blok riep een naam. Ze luisterde en hoorde Xeline. Het meisje in het blok herhaalde de naam. Xeline. Alleen jij kunt mij bevrijden. Vertrouw op jezelf en je kracht. Toon jezelf en maak mij vrij. Xeline voelde wat het meisje in het blok zei. Ze zuchtte en deed wat het meisje vroeg. Xeline deed haar ogen dicht en legde haar handen op het kristal. De kracht die de aarde aan het kristal had gegeven stroomde door haar lichaam. Het witte kristal lichtte op en brak in stukken. Het meisje in het blok riep dank je en de stem verstomde. Xeline voelde zich bevrijd. Nu wist ze wie ze was. Ze verliet de zaal en volgde een gang. Aan het einde van de gang was een houten deur. De deur piepte en kraakte bij het openen. Ze stond nu in een kamer. In de hoek lag een stapel hooi. Ze nam het hooi en verspreidde het over de vloer. Ze ging liggen en viel in slaap. Poseidon bleef op de gang staan. Het was alsof hij over Xeline waakte.

maandag 5 juli 2010

Ze vindt 't geluk (12)

Het paard schudde zijn hoofd. De hoef van zijn voorbeen schraapte in de aarde. Stof vermengde zich met lucht. Het meisje liep naar hem toe en legde haar hand op zijn rug. Ze voelde dat hij haar uitnodigde mee te gaan. Ze sprong omhoog. Met haar hand hield ze zijn zwarte manen vast terwijl ze met haar been over zijn rug zwierde. Haar benen raakten zijn huid. De warmte drong door tot haar koude lichaam. Ze gleed met haar hand langs zijn schouders, hals en zijn rug. Ze voelde zijn kracht. Ze sloot haar ogen. Ze hoorde haar adem die hetzelfde ritme aanhield als die van het paard. Een naam verscheen in haar gedachten. Het was alsof de mist optrok en zichtbaar maakte wat er al was. Poseidon. Dat is je naam, dacht het meisje. Poseidon reageerde en deed een stap vooruit.

Poseidon voelde dat ze hem vertrouwde. Hij ging stapvoets verder. Hij wist waar hij heen ging. Zijn stappen gingen over in draf. Het meisje balanceerde op zijn rug. Ze ging mee in het ritme van zijn beweging. De zon, die inmiddels rood gekleurd was, raakte de horizon. Poseidon remde af en stapte verder. Hij liep naar een plas water. Het meisje gleed van zijn rug. Poseidon dronk. Het meisje volgde een zwart spoor. Ze knielde. Ze zag mieren die achter elkaar liepen in de richting van een halve bal. Bij de groene bal lagen rode stukken. Het meisje ging op de grond zitten en nam een hap van een rood stuk. Het zoete sap druppelde langs haar mond over haar kin. Poseidon liep naar haar toe. Ze liet hem likken aan de watermeloen. In de lucht cirkelde een vogel. Hij leek op de vogel die ze gezien had op de houten beker. De beker die de oude vrouw haar had aangeboden om te drinken. Een deel van de zon was nog zichtbaar boven de horizon. Het meisje stond op en beklom de rug van Poseidon. We gaan een slaapplaats zoeken.

Ze beklommen de heuvel die achter de plas water lag. Het meisje keek rond en zag een silhouet in het dal. Poseidon volgde een pad naar beneden. Langs het pad lagen vierkante stenen verspreid. Toen ze dichterbij kwamen, werden ramen en torens zichtbaar. Dit wordt onze slaapplaats. Poseidon knikte.

Juan Felix

zondag 4 juli 2010

Ze vindt 't geluk (11)

Het meisje stond op. Het is tijd om verder te gaan, zei ze. De oude vrouw knikte. Het meisje liep naar de boom en raapte een blad op van de grond. Ze gooide het blad in de lucht. Het dwarrelde op de wind en raakte de aarde. Het meisje besloot de richting van het blad te volgen. Ze keek nog eenmaal om naar de oude vrouw. Die was verdwenen. Het meisje voelde dat ze de vrouw weer zou ontmoeten. In de gedaante van de oude vrouw of de man met de baard of wellicht in een andere vorm.

Ze liep verder. De zon, die zich verplaatste aan de hemel, was een teken dat de tijd voorbij ging. De wind was gaan liggen. Het was stil. Haar maag voelde inmiddels weer leeg. Haar keel droog. Ze kwam bij een sloot. Ze rolde haar jurk op en zette een stap in het water. Het vocht van haar huid vermengde zich met het water van de sloot. Het gaf haar huid een rilling. De bodem van de sloot voelde als een laag zachte klei. Ze zakte weg in de laag. Ze moest kracht gebruiken om haar voet weer op te tillen voor de volgende stap. Het ging moeizamer. Ze zakte verder weg. Ze tilde haar linkervoet op. Dat lukte niet. Toen haar rechter. Dat ging ook niet. Ze zat vast. Daar stond ze nu midden in de sloot. Net ontdekt wat haar geluk zou brengen en nu kon ze geen stap meer zetten. Ze luisterde naar haar adem. Die was rustig en gelijkmatig.

Het meisje keek om haar heen. Ze hoorde het briesen van een paard. Aan de andere kant van de sloot stond een paard te grazen. Het zwarte haar van zijn manen glansde in de zon. De bruine vacht was bedekt met stof. Het paard graasde en stapte rond. Ze wilde niets liever dan het paard omhelzen. Ze keek met bewondering naar het lichaam van het paard. Ze zag de kracht in de benen. Het paard keek op, draaide zijn hoofd om en ging verder met grazen. Het meisje hield haar ogen dicht en gaf zich over aan de sloot. Ze hoorde voetstappen naderen. Het paard stapte op de sloot af en keek het meisje aan. Het meisje opende haar ogen. Ze keek het paard niet aan. Het paard aarzelde en daalde de oever af. Hij stapte in de sloot en liep naar het meisje toe. Het meisje voelde hoe het paard zijn hoofd tegen haar lichaam drukte. Ze tilde haar arm op en streelde de hals van het paard. Ze nam zijn hals beet. Het paard stapte verder en trok het meisje los uit de laag klei. Hij klom de oever op. Het meisje kuste het paard en sloot haar ogen. Ze voelde de adem van het paard en luisterde naar haar eigen adem. Ze ontdekte dat ze in verbinding stond met haar omgeving. Ze wist dat ze geen gevaar meer kon lopen. Ze hoefde niet meer bang te zijn. Nooit meer. (wordt vervolgd)

Juan Felix

donderdag 1 juli 2010

Ze vindt 't geluk (10)

Het meisje ging verder. Sinds ik de man met de grijze baard heb ontmoet, weet ik wat ik wil. De vrouw keek haar aan en ging zitten. Het meisje voelde dat de vrouw alle aandacht voor haar had. Ik ben er achter, zei het meisje, dat ik betekenis wil geven aan deze wereld. Dat mijn betekenis ligt in het betekenis geven. Wat ik wil en hoe ik dat doe bepaalt wie ik ben en wat ik achter laat op deze wereld. Ik begrijp nu dat er maar een manier is om je eigen voetafdruk achter te laten. En dat is mijzelf zijn. De vrouw knikte en een glimlach verscheen op haar gezicht. Het meisje wachtte even. Een traan verscheen in haar ooghoek. Haar hand ging naar haar buik. Toen kwamen de woorden. Geld najagen, zei ze, en roem willen, zijn zaken die je gevangen houden. Ze maken je een slaaf van alles en iedereen die zegt, of waarvan je denkt, die brengt mij geld of roem. Betekenis, dat waar het om gaat in het leven, maakt je vrij. De vrouw vroeg hoe het meisje betekenis gaf. Het meisje wachtte weer even en ging verder. Ze keek naar beneden en zei: betekenis geef ik door aandacht te hebben voor de kleine dingen in het leven. De ijver van de mieren, de creativiteit van de spinnen, de schoonheid van de vlinders, de kracht van de bomen, de warmte van de zon, de levenslust van zaadjes die ontkiemen terwijl ze liggen in de aarde en drinken van het water. De aandacht die ik daar aan geef, is wat bij mij hoort. Als we oog verliezen voor de wereld om ons heen, verliezen we het contact met de aarde. Als we ons laten leiden door geld en roem, raken we het contact met ons zelf kwijt. De vrouw stond op en stapte op het meisje af. Ze deed haar armen weid en omhelsde het meisje. De oude vrouw voelde het kleine meisje in haar zelf. Een traan rolde over haar wangen die door de tijd getekend waren. De traan raakte de grond. Voeding voor de aarde. Het meisje keek op naar de vrouw. Ik heb eindelijk het geluk gevonden, zei ze. De oude man had gelijk. Al die tijd zat het in mij opgesloten. Nu ik de sleutel heb gevonden, draag ik het voor altijd bij me. En nu, vroeg de oude vrouw. Het meisje keek haar aan. De vrouw zag de fonkeling in haar ogen. Nu kan ik andere mensen helpen. Mensen die hulp kunnen gebruiken. Waar ik ook heen ga, ik zal ze overal tegen komen. Ik zal voelen wie hulp nodig heeft en hoe ik kan helpen. Zo geef ik betekenis aan mijzelf. En zo krijg ik betekenis van anderen. De oude vrouw knikte.


Juan Felix

zondag 27 juni 2010

Ze vindt 't geluk (9)

Het dorre gras sneed langs haar benen. Rode strepen werden zichtbaar. Het was alsof ze pijn moest lijden op weg naar bevrijding. Sprinkhanen vlogen langs haar heen. Het getsjirp van krekels werd luider. Haar huid werd vochtig door de aanraking met de zon. De rook kwam dichterbij. Ze zag een vrouw bij een open vuur. Boven het vuur hing een ketel. De vrouw glimlachte naar haar met een gebaar van het is goed. Wees welkom, zei ze. Ik heb op je gewacht. Ga zitten. De vrouw vulde een bord met rijst en groenten. Daarna gaf ze het meisje een houten beker. Op de beker zag het meisje de afbeelding van een arend. Het koude water gleed naar binnen en zorgde voor verkoeling van haar lijf. Kent u de oude man in de bergen, vroeg het meisje. De vrouw zweeg. Het meisje wachtte. De vrouw keek haar aan en zei. Kind, mensen kennen vele gedaanten. In ieder van ons schuilt een deel van een ander. Als je kijkt naar anderen, zie je jezelf. De gedaante van een mens is slechts een vorm waarin we verschijnen. Het meisje begreep niet alles wat de vrouw zei. Iets in haar gaf aan dat ze het ooit zou begrijpen. Ze merkte dat ze niet alles meteen wilde begrijpen. Dat een rust in haar was gekomen. Alles kwam op zijn tijd. Ze had geleerd om waar te nemen. Net als de dieren. Te kijken, te voelen en te horen. Denken was minder belangrijk. Ze voelde zich meer een met alles om haar heen. Dit was het moment om haar kracht te laten zien. (wordt vervolgd)

Juan Felix

vrijdag 25 juni 2010

Ze vindt 't geluk (8)

Ze keek om. Een eekhoorn klauterde langs de stam van de boom omhoog. Piepte. En nog een piep. Hij keek in haar richting. Alsof ze een aanwijzing kreeg om hem te volgen. Ze liep naar de boom en zag iets op de grond liggen. Ze knielde bij de stam. Ze tilde blaadjes op die op de grond lagen. In de grond was een kuil gevuld met noten. Het meisje glimlachte. Dit gebaar voelde als de zon die haar hele lichaam omhelsde. Nadat ze de noten gegeten had, liep ze verder. Ze wist nu dat de plek voor het vinden van 't geluk in haar zelf opgesloten zat. Het enige dat ze kon doen was het geluk bevrijden. Al die jaren had ze het met zich meegedragen. Alles wat ze had meegemaakt had een laagje over het geluk heen gelegd. Net zo lang totdat ze er niet meer bij kon. Ze zou laag voor laag verwijderen. Ze wilde de oude man bedanken. Ze begreep dat ze hem geen vraag hoefde te stellen. Dat ze zelf de antwoorden had. Wat ze nodig had was vertrouwen in haar zelf. Zonder dat ze er erg in had was ze de berg afgedaald. Ze kwam bij de brug en stak het water over. In de verte steeg rook op. Even bleef ze staan. Ze aarzelde. Een stem in haar hoofd zei dat ze niet bang hoefde te zijn. Het vertrouwen in haar zelf zou haar kracht geven. Ze besloot de plek met de rook op te zoeken. (wordt vervolgd).

Juan Felix

donderdag 24 juni 2010

Ze vindt 't geluk (7)

Ze stond stil en luisterde naar het stromen van water. De berg leidde het water naar beneden. Ze liep tegen de stroom in. Iets dat ze in haar leven niet deed. Ze herinnerde zich die momenten dat ze ja zei en nee bedoelde. De dwang om te gehoorzamen. Ze merkte dat die dwang steeds minder werd. Het leek wel alsof de berg haar lasten van haar schouders afhaalde. De plek waar ze zich nu bevond haar omarmde zoals ze was. Ze omarmde zichzelf zoals ze was. Ze knielde bij een plas water die zich gevormd had op een helling van de berg. Ze zag de bodem van de plas. Ze opende haar handen en schepte water in haar mond. Het leek alsof de kracht van de berg die in het water zat zich verspreidde in haar hele lichaam. Ze voelde de vorm van haar lichaam. Ze keek in het water en zag het gezicht van de oude man. Even schrok ze. Ze keek om. Nergens een oude man te zien. Ze keek weer in het water waar het gezicht van de oude man opnieuw verscheen. Welkom, zei de man. Dit is de plek waar het geluk jou vindt. Jij was op zoek. En al die tijd was het geluk op zoek naar jou. Was het dicht bij jou. Het meisje vroeg wat de oude man bedoelde. De man ging verder. Bij je geboorte was je een nieuwsgierig kind. Je stond open voor alles om je heen. Je wilde alles ontdekken. Je had geen oordeel over jezelf. Alles was zoals het was. Je omarmde het. Het voelde als leven. Je mocht er zijn met alles wat er was. Je was gewenst als kind. Je voelde dat je betekenis gaf. Dat je belangrijk was voor anderen. Dat ze genoten van wat je deed. Toen je ouder werd, kwam je in contact met grenzen. Je leerde je aan te passen. Je omgeving zei wie je was en hoe je je diende te gedragen. Je was een gehoorzaam kind. Je luisterde. Daardoor raakte je steeds meer af van je eigen pad. Wie je was. Dit is de plek om weer op je eigen pad te komen. Je hebt in je leven een omweg genomen. Dat geeft niets. Nu gaat het verder. Volg je eigen pad. Het meisje wilde de oude man een vraag stellen. Hij was verdwenen. (wordt vervolgd).

Juan Felix.

dinsdag 22 juni 2010

Ze vindt 't geluk (6)

De lucht was gevuld met zwarte streepjes. Toen ze langer keek, zag ze de streepjes fladderen. Vleugeltjes die op en neer gingen om het vogeltje in de lucht te houden. Ze voelde de vrijheid van de vogels die boven haar hoofd cirkelden. Los van alles en in staat om overal heen te gaan. Ze cirkelden boven haar hoofd en bewogen in de richting van de berg. De bomen droegen leerachtige bladeren. In de top hingen vruchten. De bomen groeiden dicht bij elkaar. Stap voor stap zocht ze haar weg. Ze zag een afdruk in de modder. Het leek een teken van de goede richting. De vogels landen in de bomen. Alsof ze wilden aangeven dat hun taak erop zat. Het meisje zocht nieuwe aanwijzingen. Ze stuitte op een steen. Ze stapte op de steen en zag een nieuwe steen. Ze volgde het pad van de stenen en merkte dat de bomen kleiner werden en de top van de berg dichterbij kwam. De koude wind streelde haar huid. Haar maag was leeg en haar lippen droog. Waar was de man met de witte baard? (wordt vervolgd)

Juan Felix

zondag 20 juni 2010

Ze vindt 't geluk (5)

Het meisje veegde haar tranen af. Ze keek op. Ze wilde zijn zoals het meisje dat ze in de spiegel gezien had. Het leek alsof ze de aarde ontsteeg en een werd met het universum. Ze merkte haar eigen glimlach op. Het lichaam ontspande zich. Haar handen voelden koud. De oude man, dacht ze. Die weet raad. Ze stond op en keek om zich heen. Achter haar lag de brug. In het water groeiden planten die ze niet eerder gezien had. De bloemen bevonden zich onder het wateroppervlak. De meeldraden staken net boven het water uit. De blaadjes waren rond met gaatjes. Toen de mist was verdwenen, zag ze in de verte een top van een berg. Ze voelde dat de oude man daar heen gegaan was. Nee, ze wist het zeker. Een onzichtbare kracht nam haar hand. Ze liet zich leiden door de kracht. Op zoek naar de oude man. (wordt vervolgd)

Juan Felix

vrijdag 18 juni 2010

Ze vindt 't geluk (4)

Ze zag een man. Hij had een baard. Ogen half dichtgeknepen. Hij lachte, maar keek haar niet aan. Ze voelde dat hij haar had opgemerkt. Iets in haar stelde haar gerust. Ze ging stap voor stap verder. Haar voet merkte het einde van de brug op. Ze stond in de modder. De man keek op. Hij heette haar welkom en gebaarde om te gaan zitten op een ronde steen. Ze volgde zijn uitnodiging op. Toen ze zat nam de man een spiegel en gaf die aan haar. Ze nam de spiegel die gevat was in een glazen omhulsel. Haar ogen gingen naar het centrum van de spiegel. In de spiegel zag ze zichzelf. Niet zoals ze nu was. Het was het beeld van wie ze echt was. Wie ze altijd had willen zijn. Ze zag een meisje dat aandacht had voor anderen. Mensen om haar heen glimlachten naar haar en vonden het prettig bij haar te zijn. Ze oordeelde niet. Ze liet ze in hun waarde. Ze stelde vragen. Net zolang totdat ze begreep wat de ander bedoelde. Ze kreeg schouderklopjes. Ze werd rustig. Langzaam drong het besef tot haar door wat de essentie van geluk is. De essentie van leven is. Van haar leven. Ze voelde een traan langs haar wang stromen. Ze gaf betekenis aan anderen. Dat was het mooiste geschenk dat ze kon krijgen. Ze keek op. De oude man was verdwenen. (wordt vervolgd)

Juan Felix

donderdag 17 juni 2010

Ze vindt 't geluk (3)

Haar voet stuitte op iets hards. Ze zette haar andere voet vooruit. Stap voor stap ging ze verder. De geluiden om haar heen verstomden. De mist trok langzaam weg. De warmte van de zon werd voelbaar op haar huid. Haar ogen vingen meer licht. De vorm van een brug werd zichtbaar. Een brug die haar leidde naar de overkant. Ze wist niet wat er daar was. Haar gevoel zei dat ze door moest gaan. Het geluk lag daar. Het voelde als een warm bad na een hele dag in de kou te hebben gestaan. Ze wilde niet terug. Vooruit. Dat was wat ze deed. Plots stond ze oog in oog met het geluk. Ze ... (wordt vervolgd)

Juan Felix

dinsdag 15 juni 2010

Leiden en verleiden

In de japanse tuin van diergaarde Blijdorp ontdekte ik de zigzag brug. Een brug die begint met een stuk recht, dan een knik naar links en dan weer een stuk recht. Idee is dat de knik in de brug je afremt. Zo verleidt de brug je om om je heen te kijken. De omgeving extra aandacht te geven. Fascinerend als je met die kennis opnieuw over de brug loopt. De brug leidt en verleidt.

Dit roept bij mij de vraag op "hoe verbind ik mij met mijn omgeving?". Mensen om me heen. Wil ik leiden of verleiden of allebei?

In de natuur is verbinding de kracht die zorgt dat alles groeit. Vanuit de aarde gezien staat alles in verbinding met elkaar. De bij vliegt van bloem naar bloem. De wormen zorgen voor lucht in de grond. De warmte van de zon produceert wolken. De regen voedt de bomen. De rups leeft van de blaadjes. De wind verspreidt de zaadjes. En zo voort.

Als we willen weten hoe verbinding ontstaat, helpt stilstaan in de natuur. Wellicht is dat de heilzame werking van een boswandeling. Vertragen. Het beeld van de zigzag brug kan ons daar bij helpen.

Juan Felix

donderdag 3 juni 2010

Het effect van een ontdektuin

Het kinderdagverblijf van mijn dochter heeft een ontdektuin. Een tuin met kronkelpaadjes, bruggen van houten palen, stenen, struiken, bloemen, bomen, verborgen hoekjes en water dat een heuvel afstroomt. Naast deze ontdektuin ligt een rechthoekige tuin met grasveld. Die tuin is van een ander kinderdagverblijf. Wat opvalt in de ontdektuin is de rust als de kinderen hun gang gaan en de omgeving ontdekken. Ze zoeken een eigen plekje op, passeren elkaar voetje voor voetje op een brug. Ze bekijken planten, bloemen, insecten en leren. In de rechthoekige tuin rennen de kinderen achter elkaar aan, racen op plastic speelgoed rond, schreeuwen, trekken, roepen. Kortom, zie wat een omgeving doet met kinderen. Als we dit inzicht nou eens zouden toepassen binnen organisaties!

Juan Felix

dinsdag 1 juni 2010

Ze vindt 't geluk (2)

Ze voelde iets dat haar naar zich toe trok als een magneet die moeiteloos ijzer aan zich bindt. Ze volgde de richting van de kracht. Ze kon niet anders. Haar gevoel gaf aan dat ze op het juiste pad zat. De haartjes op haar huid stonden overeind. Ze rilde. Geur van mos en algen bereikte haar neus. Het was stil. Hier en daar een aanzwellende roep van een vogel. Verder alleen 't gras dat langs haar been schuurde...

(wordt vervolgd)

Juan Felix

maandag 31 mei 2010

Ze vindt 't geluk (1)

Gedompeld in schemering, liep ze door het hoge gras op zoek naar het geluk. Het beeld zat nog vaag in haar hoofd verborgen. Waar had ze het geluk verloren? Had iemand het haar afgenomen? Een traan rolde over haar wang. Haar gezicht kleurde rood. Warm vocht glinsterde op haar huid. Een huid die als pijn voelde door het prikken van het gras. Haar voeten waren nat. Het deerde haar niet. Ze ging door met haar zoektocht. Ze voelde dat ze dichtbij was. Nog even en dan zou alles vergeten zijn...

(wordt vervolgd)

Juan Felix

dinsdag 25 mei 2010

Als makke schaapjes

Kinderen worden bijeen gebracht als een kudde schapen. Geblaat en gemekker. Kinderen die voor zich uit staren zonder iets te zeggen. Kinderen die anderen opzoeken en imponeren met hun lichaam. Tonen van kijk mij. Midden van al die kinderen zit mijn kind. Een houten puzzel leidt mijn dochter af van het moment dat komt. Het afscheid. Ik geef mezelf en haar tijd om te wennen aan deze omgeving met allerlei kinderen die rond rennen, gillen, huilen en stil zitten. Kijken wanneer het moment er is om afscheid te nemen. Dat ze het aan kan en ik ook. Dat moment komt niet. Zodra ze voelt dat ik wegga, strekken haar armpjes zich naar mij uit. Roept ze, papa, papa. En wil ze me niet meer loslaten. Daar staat ze, met een leidster achter het raam. Via een kleine opening langs het raam strekt ze haar vingertjes naar me uit. Ik streel haar vingertjes met de mijne. De tranen stromen over haar wangetjes. De glimlach van vanochtend is verdwenen. Haar roze jurkje kan de zuurheid van dit moment niet verzoeten. Papa, papa, papa, ...Dag, veel plezier, hoor ik mezelf zeggen. Van binnen voel ik een steen. Die het zwaar maakt om me om te draaien en weg te lopen. Stap voor stap verwijder ik mezelf. In een laatste blik zie ik traantjes en handjes die roepen. En ik denk bij mezelf: geen verweer, als makke schaapjes bijeen gebracht.

Juan Felix

donderdag 20 mei 2010

Behoefte aan verpakking

Zo mooi verpakt als een cadeau dat met zorg is omwikkeld in papier met kleuren van de regenboog. Versierd met een strik. Verpakking vertelt ons wat we kunnen verwachten. Beter nog. Willen verwachten. We hebben behoefte aan verpakking. Goed nieuws voor merken. Mensen hebben dromen. Via verpakking kom je ze tegemoet. Verpakking straalt een belofte uit. Je maakt een stuk van je droom waar. Het pak hagelslag op tafel, mijn tube tandpasta, de provider van mijn mobiel, de merkstikkers op mijn appels, de naam van de school, twitter, linkedin, hyves, facebook, ning, vervullen zo elke dag weer onze behoefte aan onze droom waar maken. Het mooiste moment is vlak voor het openen. Zolang de inhoud niet bekend is, houdt de verpakking de droom overeind. Doe mij maar alleen de verpakking. Ik koop zo wel een paar rollen inpakpapier. Ik heb behoefte aan verpakking. Kansen voor marketeers.

Juan Felix

maandag 17 mei 2010

Welk type leider ben jij?

Bij het naderen van de rivier aanschouwt hij de brug. Een boomstam in de rivier dobbert op en neer op de golven en is zo uit het zicht verdwenen. De pijlers van de brug zijn stevig verankerd als de poten van een volwassen olifant. Het vertrouwen groeit. Deze brug maakt de oversteek mogelijk. Bij het oversteken van de brug groeit de vraag welk type leider hij is? Net zo stevig als deze brug die met vertrouwen betreden wordt?

De basis van leiden start met vertrouwen. Weten hoe sterk en zwak jezelf bent. Van je medewerkers weten hoeveel ze aan kunnen. Daar naar handelen. Je gedrag als leider brengt met zich mee of je het vertrouwen krijgt. Of de medewerkers de oversteek wagen en je het vertrouwen geven.

Ben jij iemand die de grenzen van het haalbare bewaakt? Iemand die aanmoedigt, complimenten geeft, bijstuurt, waarschuwt, luistert, vragen stelt, ik weet 't niet durft te zeggen, richting aangeeft, zich dienstbaar opstelt, de rust bewaart, een schouder aanbiedt, een hand uitreikt en zegt kom maar, ik help je naar de overkant. Kortom, dat wat je verwacht van een brug om een rivier met vertrouwen over te steken.

Als je een rivier oversteekt en de andere kant van de oever bereikt, vraag je dan eens af, welke brug ben jij? En wat zegt dat over je leiderschap?

Juan Felix

dinsdag 11 mei 2010

De rivier heeft geen drijfveer nodig

Een rivier die stroomt door het dal heeft geen drijfveer nodig om te stromen. Water en verval houden de stroming op gang. Drijfveer is iets van organismen. Het beweegt ons voort. Zorgt dat we onze energie ergens in stoppen. Dat geldt voor jou en mij. Waar sta jij voor op deze dag? Wat drijft je? Wat zijn je eerste gedachten deze ochtend? Overleven, een verlangen naar meer, zorgen voor anderen, aandacht voor je omgeving, dingen naar je hand zetten, samen met anderen iets ondernemen, of ik zie wel? Sta eens stil bij de oever van de rivier en voel de stroming. Ervaar het ruisen, het vloeien, het schuren van het water over de stenen, het kolken, de geur, de kleur. Voel de kracht en energie. En wellicht wordt voor jezelf helder welk water jouw doet stromen. Net als de rivier.

Juan Felix

maandag 10 mei 2010

Van niets naar iets

In 't niets. Ooit was er geen zijn. Geen betekenis. De leegte, zo groot als 't universum dat ons omsluit. Dan ontstaat verbinding, tussen cellen. Ze geven elkaar betekenis. Ze ontdekken dat vermenigvuldigen een oplossing is voor specialisatie. Een blauwdruk lag klaar. Of is ontstaan? Is het grote plan gevormd terwijl duidelijk werd wat de mogelijkheden waren. Creativiteit, gedreven door verbinding. Nieuwe creaties ontstaan. En dan is er plotseling iets. Vanuit 't niets. Net als dit stukje van 3 minuten.

Juan Felix.

zaterdag 8 mei 2010

Pokeren

't pokerspel is als de beweging van eb en vloed. Aan de ene kant stijgt het wat en aan de andere kant daalt het. Bij aanvang begin je met gelijke stand. Al snel ontstaan er machtsverschillen. Spelers met grote stapels en spelers met kleine stapels fiches. Tijdens het spel zie je de houding veranderen. Spelers met grote stapels gaan rechtop zitten, kijken triomfantelijk voor zich uit. Enigszins hautain. Spelers met kleine stapels praten druk of worden stil. Zoeken naar een laatste kans om een slag te slaan. Nog mee te mogen doen. Zo zal het in 't dagelijks leven ook zijn. De situatie van eten en gegeten worden. The have's and have not's 't is maar een spelletje. Ja, ja...

Juan Felix.

vrijdag 7 mei 2010

Woorden gieten

In woorden zeggen wat je voelt. De kracht ervaren van een oven om metalen te smelten, als een zuigend monster dat alle zuurstof in zich opneemt. Giet de vloeibare massa in de mal. Wacht tot het hard wordt. Verwijder de mal en kijk naar het resultaat. Lees en voel of het de betekenis weergeeft die bedoelt is. Schaaf de woorden hier en daar bij. Haal de ruwe kantjes er af. Neem een vijl of mes. Gebruik een zachte of harde hand. Kijk wat past. Iedereen kijkt er anders naar. Over smaak valt niet te twisten. En gelukkig is er altijd de delete knop.

Juan Felix

donderdag 6 mei 2010

Incidenten

Iemand handelt in een seconde op een bepaalde wijze. Dat heeft een resultaat tot gevolg. Daar wordt vervolgens dagen over gesproken. Tv programma's besteden er zendtijd aan. Kranten schrijven er over. Via de sociale media delen mensen hun mening er over. Een onbewuste handeling van iemand die zichzelf niet in de hand had krijgt zo de aandacht die het mijns inziens niet verdiend. Gebeurt er niets dat werkelijk van betekenis is. Is het zo dat we elk incident aangrijpen en uitvergroten om het maar ergens over te hebben. En in de tussentijd gebeuren er in de wereld dingen die echt aandacht verdienen. Hoe zorg je er voor dat daar de aandacht naar toe gaat en niet naar incidenten. Onder andere door het vooral niet te hebben over incidenten. Vandaar dat ik het er maar niet over heb.

Juan Felix

woensdag 5 mei 2010

Rood, wit, blauw

Vrijheid. Een duif staart vanaf het dak naar beneden. Hij heeft vliegles. Elke dag cirkelt hij rond. De rondjes worden groter, totdat hij het vliegen onder de knie heeft. En dan vliegt hij weg. Gaat hij een kant op die hij kiest. Alle richtingen zijn mogelijk. Hoe voelt dat als je daar zo hoog in de lucht zweeft? Alles overziet. Nergens bij hoort en overal bij hoort. Iedereen kan zijn. Met alles verbonden. Vrijheid. Om te doen, te zeggen, te voelen, te zijn, uit te vliegen, de richting te kiezen die jij vindt passen. Ik kijk naar buiten. De vlag hangt fier aan de muur en wappert in de wind. Een teken van wie ze zijn. Rood, wit en blauw met een vleugje oranje. Vandaag is het feest. 5 mei, we zijn vrij.

Juan Felix.

dinsdag 4 mei 2010

Dromen

"Papa, ik zie dingen gebeuren. Dan denk ik dat het echt is." Het blijkt een droom te zijn. "Hoe weet je dat het echt is of niet? Heb je een bewijs? Misschien een foto genomen?" Zo verloopt 't gesprek vanochtend met mijn zoontje. Hij doet wel eens z'n ogen dicht om de film achter zijn ogen te bekijken. In verbeelding is alles mogelijk. Het maakt ons leven rijker. Verbeelding of werkelijkheid. Maakt 't iets uit of 't een droom is of niet? Voelt 't anders? Dat hoeft niet. Zo lang het leven net zo fantasierijk is als de dromen van mijn zoon, heb ik het naar mijn zin. En hij ook.

Juan Felix

maandag 3 mei 2010

De clown

Kun je met missers succes hebben? Als je een clown bent, valt dat goed. Balonnen die rondvliegen, doppen die van een toverstok afvliegen en op een persoon uit het publiek landen. Struikelen. Een stoffer die telkens uit je hand vliegt. Het publiek ligt in een deuk. Hoe is dat dan met missers in het "echte" leven? Lachen we daar zelf ook om? Nemen we het ons zelf kwalijk als het mis gaat? Krijgt iemand anders de schuld? Stellen we vast dat we iets geleerd hebben? Hoe reageert je omgeving als je een misser maakt? Krijg je dan applaus? Wat zou het lekker zijn als we er zo luchtig mee omgaan als clown Japie. Hij nam de ballon, de toverstok, de bezem en probeerde het opnieuw, en nog een keer, en nog eens. Dank Japie, voor de wijze les. En natuurlijk het lachen...

Juan Felix

zondag 2 mei 2010

Een goed idee

Een goed idee is als een raket die hoger en hoger stijgt. Gevoed door motoren die op volle toeren draaien. Hoger en hoger klim je. Je ziet mogelijkheden. Het voelt als een frisse wind die waait langs je huid. Je staart over de zee. Alles is mogelijk. Er zijn meerdere richtingen die je kunt kiezen. Jij bepaalt welke kant je opgaat. Niets houdt je tegen. De gedachten knopen zich aan elkaar. Net als een boom die zich vertakt waarbij vooraf niet bekend is waar de volgende tak ontstaat. Duidelijk is dat het een boom wordt. Zo is elke boom uniek. Net als een goed idee. Benieuwd hoe het verder groeit...

Juan Felix.

zaterdag 1 mei 2010

Wolken huilen

De wolken huilen. De bloemen baden in hun tranen. Hun hoofdjes draaien zich om. Hun wangetjes worden gekieteld door de wind. Het gras vraagt of het koud is daar boven. Ja knikken de tulpen. Hun steel trilt. Ze kruipen lekker dicht bij elkaar. De regen prikkelt de worteltjes. Ze zijn ontkiemt en tillen hun groene haartjes net boven de grond. Gulzig slurpen ze druppels naar binnen. Een voor een. Hun oranjegevoel wordt aangewakkerd. Binnenkort gaan ze in de pan.

donderdag 29 april 2010

Koninginnedag

Elk jaar keert het terug. Dat gevoel van eenheid in oranje gekleurd. De driekleur hangt in de wind als teken van verbondenheid. Zolders worden leeg gehaald. Spullen uitgestald op straat. Spullen verwisselen van eigenaar. Elk jaar is er weer dat gevoel van wie we zijn. Een volkje aan de zee, groot geworden door scheepvaart. De handelsgeest. De VOC mentaliteit, zoals de premier het omschreef. Die handelsgeest drijft miljoenen landgenoten vroeg uit hun bed om vervolgens de hele dag op een plek door te brengen. Spulletjes uitgestald voor een paar centen. Dat is wat ons drijft. Lang leve het oranjegevoel.

Afscheid

Afscheid nemen. Tranen die roepen "blijf bij me". Een armpje dat naar je uitreikt "hou me vast, papa". Onderweg naar huis zie ik fietsers met lege kinderzitjes achterop. Her en der afgeleverd, komt in me op. Overal is afscheid genomen. De plicht die ons roept. Loslaten. Je draait je om en richt je blik op een nieuwe dag. De agenda dicteert hoe het eruit kan zien. De werkelijkheid verloopt waarschijnlijk anders. En dan vanavond de kleine meid weer in de armen sluiten.

Juan Felix.

woensdag 28 april 2010

Op de maan

Ik zit op de maan. Kijk naar de aarde. Hoe ze draait. Hangt in het oneindige niets. Ik zie de zon. Voel haar warmte. Mijn huid gloeit. Ogen dicht geknepen. Op die aarde hollen mensen alle kanten op. Ik zie mensen die aanwijzingen geven. Zo moet het! Ik zie mensen die hetzelfde gekleed zijn. Ze roepen: "dat is de vijand". Ik zie mensen die spullen verzamelen. Wat ze niet nodig hebben, gooien ze weg. In de oceaan drijft een soep van plastic. Allerlei kleuren. Ik zie mensen die hun rug keren naar wat er is. Droevig staren ze voor zich uit. Mondhoeken naar beneden. Ogen zonder sprankeling. Schouders hangen. Ze bewegen zich langzaam vooruit. Ik zie mensen die een arm om mensen leggen. Ze geven het teken, het komt goed. Ze wijzen naar de maan. Wijzen ze naar mij? Ik kijk om me heen. Wie zit er nog meer op de maan?

dinsdag 27 april 2010

Gevangen

Kent u de film The Reader? Een vrouw die als gevangenisbewaker in WO2 in een systeem vastzit. Handelt volgens de taken die bij haar functie horen. Vervolgens dreigen mensen, gevangen in een kerk, te verbranden als er brand uitbreekt. Geen van de bewakers bevrijdt de gevangenen. Het past niet in het systeem. De regels schrijven anders voor. Ze dienen mensen te bewaken en die mogen niet ontsnappen. De kerk, die in brand staat, blijft gesloten. Een extreem voorbeeld waar systemen en het strikt volgen van regels toe kan leiden. Wellicht veroordeelt u deze vrouw. Net als ik overigens, geneigd ben het handelen te veroordelen. Echter. Ze stelde de rechter in de rechtszaal de vraag: "wat had u gedaan in mijn situatie?" Het meest vervelende is dat ik het antwoord voor mijzelf in die situatie niet ken. Ik roep nu wel stoer dat ik de deur meteen zou openen. Alleen heb ik gelukkig nooit in die omstandigheden verkeerd. U wel?

zondag 25 april 2010

Betekenis

Woorden die zwijgen. Gedachten die opgesloten blijven. Roepen om gehoord te worden. Zinnen die zich vormen als de stroom van een rivier die haar weg vindt in de bedding. Een bedding die door voorvaderen gevormd is. Luister. Luister. Naar de betekenis. In het ruisen van het kolkende water worden gedachten gevormd. Worden woorden aan elkaar gelijmd. Krijgen zinnen vorm. Ontstaat betekenis.

Groeikracht

Zaadjes. Klein met groeikracht. Hard van buiten, zacht van binnen. Zo veel creativiteit als een pas geplant zaadje dat met water en voeding uit de aarde groeit tot iets moois. Ze horen bij elkaar, 't zaadje, de aarde en water. Samen creëren ze wonderlijke dingen. Ze voeden ons. oog hebben voor het kleine. Dat wat eerst niet opvalt. Met gepaste aandacht uitgroeit tot iets dat aandacht vraagt. Wonderbaarlijk! Groeikracht.

zaterdag 24 april 2010

Tijd

Wat is tijd? Tijd brengt verandering. Herinneringen ontstaan. Beelden van opa's en oma's. De duiven die alles onder poepten. Opa die roestige spijkers spaarde. De herinnering biedt je houvast. Wie je bent. Wat er voor je was. Heeft het betekenis. Ik weet het niet. Tijd. Zonder tijd gebeurt er niets. Staat alles stil. Wie bepaalt het tempo? Het ritme? Het tempo wordt opgeschroefd. Totdat het elastiek knapt. Alles heeft zijn eigen ritme. Wat is het ritme van de tijd?

vrijdag 23 april 2010

Op reis

Hij vertrekt. Langzaam komt hij op gang. Een rustig zoevend geluid. Gesprekken. Neuzen die gesnoten worden. Gekuch. Het geritsel van een krant. Hobbel, hobbel, voel ik de stalen wielen over de rails rollen. Op weg. Laptop op schoot. Nieuwe muziek gedownload. The Prodigy. En wegwijs worden in de wereld van Pages. Ja, ik heb een Macbook. Het landschap flitst sneller voorbij. Bomen, struiken. Neus zit verstopt. Smaak van tandpasta in de mond. Heb zin in koffie. De koffiebar is helaas verdwenen uit de trein.

donderdag 22 april 2010

Aaibaar

Afscheid nemen op de creche. Dochterlief strekt haar armen naar me uit. Ik geef haar een laatste knuffel en vraag haar bij het raam te staan. De stagiaire loopt met haar mee. Ze zwaait van achter het raam, dat beschilderd is met eendjes. Op weg naar huis steekt een zwarte kat de weg over. Ik ga gehurkt zitten. De kat heeft een zilveren bandje om met steentjes van glas. Die heeft een baasje, denk ik bij mezelf. Ik aai hem en krijg een kopje. Kijk uit met oversteken, geef ik hem mee. Ik loop verder. Een man met grijze snor komt me tegemoet. In het voorbij gaan groeten we. Hij geeft een knipoog, ik zeg goeiemorgen. Hij loopt naar de kat en strekt zijn hand uit. Die zijn aaibaar, hoor ik mezelf denken.
Juan Felix.

dinsdag 20 april 2010

Houten wagentje...

Piep, piep, piep. De wieltjes draaien rond van haar houten kar. Deze ja, oh, ja, oh ja. Muziek klinkt. Ze houdt de speelgoed telefoon tegen haar oor. Mijn lichaam voelt stijf. Mijn huid koud. Net geen kippenvel. Hij knutselt met papier. Het wordt een vliegtuigje. Ja doei, zegt ze. Hij kijkt even op naar haar. Plakt dan plakband op de vouw van zijn vliegtuig. Dat wordt te zwaar, denk ik.

De dag begint...

De ochtend kleurt blauw. Zonnestralen laten nog op zich wachten. Vogels verlaten hun nest. Groen om me heen. Water. Het gepiep en gekwetter. Alles komt tot leven. Mijn lichaam komt op gang. Zoekt een ritme, 1, 2, 3, 4. Welke maat speel ik vandaag? De dag zit vol verrassingen. Alles wat komt is ok. Hier wil ik zijn. Dit voelt goed. Stilte en rust. Af en toe gefladder. Het geluid van auto's, fietsen, voetgangers die keuvelen.

donderdag 11 februari 2010

Vanochtend liep ik terug naar huis en zag de bestelbus staan van Leo (www.lejo.nl). Leo is de theatermaker die o.a. bekend is van Sesamstraat waar hij een persoon weergeeft door twee oogjes op zijn hand te bevestigen. Toen ik thuis was, surfte ik naar de website van Lejo en besloot het nummer te bellen dat vermeld werd op de site. Aan de lijn kwam Hanna. Ze werkt al (ik meen 12 jaar) samen met Leo en boekt zijn optredens, workshops e.d. Ik vertelde haar dat ik momenteel een organisatie op zet die jongeren ondersteunt om hun talent te ontdekken en ontwikkelen (Performance house). In een gesprek van 10 minuten, deelden we onze ideeen over hoe je dat het beste kunt aanpakken. Wat me bijzonder aansprak bij Hanna was de overtuiging die ze had over de woorden die ze sprak. Voorbeelden kwamen langs als: ga met jongeren de wijk schoonmaken of laat ze met stenen en cement een beeld maken of leer ze hoe ze een buurtbudget kunnen aanvragen. Kortom, actiegerichtheid. Geen hangplekken, geen inloop jongerencentra zonder activiteiten. Na tien minuten zeiden we elkaar gedag. Ik mocht nog een mail sturen naar Leo over de workshop.
Dit soort contacten zijn voor mij schatkistjes. Ik belde om met Leo contact te leggen en te praten over een workshop, en uiteindelijk kreeg ik tijd van Hanna om haar verhaal te horen en haar adviezen kreeg ik zomaar cadeau.